Implementeer e-mailvalidatie door eventuele voor- en achterliggende spaties uit de string te verwijderen. Controleer vervolgens de geldigheid van het e-mailadres op basis van drie voorwaarden: er moeten tekens vóór het @-symbool staan, er moeten tekens na het @-symbool staan, en het domein na het @-symbool moet een punt bevatten. Als het e-mailadres geldig is, extraheer en toon het domein (het gedeelte na het @-symbool, exclusief het symbool zelf).

1. Zoek in de methode validateEmail de index van het @-symbool in het email.
2. Zoek in de methode validateEmail de index van het laatste punt (.)-symbool in het email.
3. Controleer dat de @-index groter is dan 0, en dat de puntindex groter is dan de @-index en kleiner is dan de lengte van het e-mailadres min 1.
4. Zoek in de methode extractDomainFromEmail de index van het @-symbool in het email.
5. Extraheer en retourneer de substring die begint vanaf het teken direct na het @-symbool in de methode extractDomainFromEmail.
6. Verwijder in de main-methode eventuele voor- en achterliggende spaties uit de e-mailstring.