Toevoegen aan een bestand

Toevoegen wordt gebruikt wanneer u gegevens aan het einde van een bestaand bestand wilt toevoegen zonder de huidige inhoud te overschrijven. Dit gebeurt door het bestand te openen in toevoegmodus ('a').

file = open("greetings.txt", "a")
file.write("\nBonjour!")
file.close()

In dit voorbeeld wordt \nBonjour! aan het einde van greetings.txt toegevoegd.

Opmerking

Het teken \n staat voor een nieuwe regel. Bijvoorbeeld, in de context van schrijven naar of lezen uit een bestand, zorgt het toevoegen van \n aan het einde van een tekenreeks ervoor dat de volgende tekst op een nieuwe regel begint, waardoor de inhoud leesbaarder en correct opgemaakt wordt.

Willekeurige toegang

Willekeurige toegang maakt het mogelijk om gegevens te lezen of te schrijven op elke positie binnen het bestand. Dit is vooral nuttig in toepassingen waarbij u gegevens niet sequentieel hoeft te verwerken.

Gebruik van de seek()-methode

De seek()-methode wordt gebruikt om de bestandsaanwijzer naar een specifieke positie in het bestand te verplaatsen, wat essentieel is voor willekeurige toegang:

file = open("greetings.txt", "r")
file.seek(10)
print(file.read())  # Output: ld!
                    #          Salut!
                    #          Hola!
                    #          Bonjour!
file.close()

In dit voorbeeld verplaatst het commando file.seek(10) de leescursor van het bestand naar de tiende bytepositie, waarbij de eerste 9 tekens worden overgeslagen.

Als u het einde van het bestand hebt bereikt en opnieuw wilt beginnen, kan de seek()-methode zonder argumenten of met 0 de bestandsaanwijzer terugzetten naar het begin:

file = open("greetings.txt", "r")
file.seek()  # Equivalent to file.seek(0)
print(file.readlines())  # Outputs: ['Hello, world!\n', 'Salut!\n', 'Hola!\n', 'Bonjour!\n']
file.close()

Gebruik van de tell()-methode

De tell()-methode wordt gebruikt om de huidige positie van de bestandsaanwijzer binnen het bestand te bepalen. Dit is handig wanneer u wilt bijhouden waar u zich in het bestand bevindt, vooral na willekeurige toegangsbewerkingen.

file = open("greetings.txt", "r")
print(file.tell())  # Output: 0
file.seek(10)
print(file.tell())  # Output: 10
file.close()