Notice: This page requires JavaScript to function properly.
Please enable JavaScript in your browser settings or update your browser.
Leer Numerieke Typen | Datatypen en Vectoren
Introductie tot R

bookNumerieke Typen

Standaard worden numerieke waarden in R opgeslagen als double-precision floating-point getallen (double). Om gehele getallen of complexe getallen te gebruiken, moet je deze expliciet aanduiden.

Numerieke typen

  • double: reële getallen met of zonder decimaalteken;
  • integer: gehele getallen (gebruik de L-suffix, bijvoorbeeld 10L);
  • complex: getallen met zowel een reëel als een imaginair deel (gebruik de i-suffix voor het imaginaire deel).

Voorbeeld

123
typeof(10) typeof(10L) typeof(10 + 5i)
copy

Gehele getallen vereisen doorgaans minder geheugen dan doubles, waardoor het onderscheid tussen deze typen belangrijk kan zijn voor efficiëntie.

Taak

Swipe to start coding

  1. Wijs de numerieke waarde van het huidige jaar toe aan een variabele genaamd year, en zorg ervoor dat deze van het type integer is door L toe te voegen.
  2. Bepaal en toon het type van de variabele year:

Oplossing

Was alles duidelijk?

Hoe kunnen we het verbeteren?

Bedankt voor je feedback!

Sectie 2. Hoofdstuk 2
single

single

Vraag AI

expand

Vraag AI

ChatGPT

Vraag wat u wilt of probeer een van de voorgestelde vragen om onze chat te starten.

Suggested prompts:

Can you explain the output of the typeof() function for each example?

What happens if I use a decimal point with the L or i suffix in R?

Why is it important to distinguish between doubles and integers in R?

close

Awesome!

Completion rate improved to 2.27

bookNumerieke Typen

Veeg om het menu te tonen

Standaard worden numerieke waarden in R opgeslagen als double-precision floating-point getallen (double). Om gehele getallen of complexe getallen te gebruiken, moet je deze expliciet aanduiden.

Numerieke typen

  • double: reële getallen met of zonder decimaalteken;
  • integer: gehele getallen (gebruik de L-suffix, bijvoorbeeld 10L);
  • complex: getallen met zowel een reëel als een imaginair deel (gebruik de i-suffix voor het imaginaire deel).

Voorbeeld

123
typeof(10) typeof(10L) typeof(10 + 5i)
copy

Gehele getallen vereisen doorgaans minder geheugen dan doubles, waardoor het onderscheid tussen deze typen belangrijk kan zijn voor efficiëntie.

Taak

Swipe to start coding

  1. Wijs de numerieke waarde van het huidige jaar toe aan een variabele genaamd year, en zorg ervoor dat deze van het type integer is door L toe te voegen.
  2. Bepaal en toon het type van de variabele year:

Oplossing

Switch to desktopSchakel over naar desktop voor praktijkervaringGa verder vanaf waar je bent met een van de onderstaande opties
Was alles duidelijk?

Hoe kunnen we het verbeteren?

Bedankt voor je feedback!

Sectie 2. Hoofdstuk 2
single

single

some-alt