Notice: This page requires JavaScript to function properly.
Please enable JavaScript in your browser settings or update your browser.
Leer Data.frame() Functie | Dataframes
Introductie tot R

bookData.frame() Functie

De functie data.frame() maakt een data frame aan uit vectoren of lijsten. Elke vector wordt een kolom en de variabelenaam wordt gebruikt als kolomnaam.

Voorbeeld

12345678
# Data name <- c("Alex", "Julia", "Finn") age <- c(24, 43, 32) gender <- c("M", "F", "M") # Create a data frame test <- data.frame(name, age, gender) test
copy

Het resulterende data frame heeft drie kolommen (name, age en gender), waarbij de kolomnamen automatisch worden overgenomen van de variabelenamen.

Taak

Swipe to start coding

Je hebt twee vectoren: items en prices, die de namen en prijzen bevatten van goederen in een lokale meubelwinkel.

Je taken zijn:

  1. Maak een data frame genaamd store met twee kolommen, items en prices (dit zijn de respectievelijke variabelen).
  2. Geef de waarde van de variabele store weer.

Oplossing

Was alles duidelijk?

Hoe kunnen we het verbeteren?

Bedankt voor je feedback!

Sectie 5. Hoofdstuk 2
single

single

Vraag AI

expand

Vraag AI

ChatGPT

Vraag wat u wilt of probeer een van de voorgestelde vragen om onze chat te starten.

Suggested prompts:

Can you explain what a data frame is used for in R?

How can I access a specific column or row in the data frame?

What happens if the vectors have different lengths?

close

Awesome!

Completion rate improved to 2.27

bookData.frame() Functie

Veeg om het menu te tonen

De functie data.frame() maakt een data frame aan uit vectoren of lijsten. Elke vector wordt een kolom en de variabelenaam wordt gebruikt als kolomnaam.

Voorbeeld

12345678
# Data name <- c("Alex", "Julia", "Finn") age <- c(24, 43, 32) gender <- c("M", "F", "M") # Create a data frame test <- data.frame(name, age, gender) test
copy

Het resulterende data frame heeft drie kolommen (name, age en gender), waarbij de kolomnamen automatisch worden overgenomen van de variabelenamen.

Taak

Swipe to start coding

Je hebt twee vectoren: items en prices, die de namen en prijzen bevatten van goederen in een lokale meubelwinkel.

Je taken zijn:

  1. Maak een data frame genaamd store met twee kolommen, items en prices (dit zijn de respectievelijke variabelen).
  2. Geef de waarde van de variabele store weer.

Oplossing

Switch to desktopSchakel over naar desktop voor praktijkervaringGa verder vanaf waar je bent met een van de onderstaande opties
Was alles duidelijk?

Hoe kunnen we het verbeteren?

Bedankt voor je feedback!

Sectie 5. Hoofdstuk 2
single

single

some-alt