In plaats van afzonderlijke variabelen voor veel waarden te maken, kun je een lijst gebruiken om ze allemaal samen op te slaan.

In Python is een lijst een geordende en flexibele structuur die in de taal is ingebouwd. Het is een van de meest gebruikte gegevenstypen voor het groeperen van meerdere waarden.

Een lijst aanmaken

Lijsten worden gedefinieerd met vierkante haken, waarbij items door komma's worden gescheiden: [1, 2, 3]. Ze kunnen leeg zijn [], strings bevatten zoals ["apple", "banana"], of zelfs types mengen [42, "hello", True].

Lijsten zijn handig voor gegevens die kunnen groeien, veranderen of met lussen verwerkt worden.

Items benaderen

Lijstelementen worden benaderd via een index, beginnend bij 0. Bijvoorbeeld, fruits[0] is "apple", en fruits[1] is "banana".

Negatieve indexen tellen vanaf het einde: fruits[-1] is "cherry", en fruits[-2] is "banana".

Lijsten Wijzigen

Lijsten zijn flexibel omdat je ze na het aanmaken kunt aanpassen.

• Bijwerken op index: cart[0] = "mango";
• Toevoegen met .append(): cart.append("orange");
• Verwijderen van het laatste item met .pop(), of een specifiek item met .remove("apple").

Dit maakt lijsten geschikt voor dynamische gegevens.

Samenvatting

• Lijsten worden gebruikt om meerdere waarden op te slaan — allemaal in één variabele;
• Je kunt elk item benaderen via zijn index — en ook bijwerken, toevoegen of verwijderen;
• Lijsten zijn ideaal voor dynamische gegevens — zoals wachtrijen, verzamelingen en zoekresultaten;
• Ze zijn flexibel, leesbaar en essentieel voor veel praktische toepassingen in Python.