Een tuple lijkt op een lijst maar is onveranderlijk — eenmaal aangemaakt, kunnen de inhoud niet worden aangepast.

Ze zijn handig voor het groeperen van waarden die vast moeten blijven, zoals coördinaten (x, y), RGB-kleuren (255, 0, 0), of andere constante gegevens.

Een tuple definiëren

Een tuple wordt gedefinieerd met haakjes (()) in plaats van vierkante haken:

coordinates = (10, 20)

Je kunt ook een tuple maken zonder haakjes: x = 1, 2, 3 — Python begrijpt dat de komma betekent "tuple".

Onveranderlijkheid

Tuples kunnen niet worden aangepast — je kunt geen waarden toevoegen, verwijderen of wijzigen. Een poging daartoe resulteert in een TypeError.

Dit maakt ze ideaal voor vaste configuraties, constanten of veilige retourwaarden van functies.

Toegang tot en uitpakken van tuples

Net als lijsten gebruiken tuples indexen die beginnen bij 0. Bijvoorbeeld, colors[0] is "red", en colors[-1] is "blue".

Tuples ondersteunen ook uitpakken — waarden toewijzen aan variabelen in één stap: x, y = (10, 20) stelt x = 10 en y = 20 in.

Dit is vooral handig wanneer functies meerdere waarden retourneren.

Samenvatting

• Tuples slaan meerdere waarden op, zoals lijsten — maar zijn onveranderlijk;
• Gebruik haakjes of komma's om ze te definiëren;
• Toegang tot items via index — net als bij lijsten;
• Eenmaal gemaakt, kunnen tuples niet worden gewijzigd;
• Gebruik ze wanneer vaste, betrouwbare gegevens nodig zijn.