Het voordeel is dat een pipeline wordt opgeslagen in het project zelf (in een bestand genaamd Jenkinsfile). Hierdoor kan het hele team zien hoe de build werkt en deze indien nodig aanpassen.

Pipelines zijn bovendien flexibel:

• Voor kleine wijzigingen kan Jenkins alleen snelle controles uitvoeren;

• Voor grotere updates kunnen er meer tests worden uitgevoerd of kan zelfs de applicatie worden uitgerold.

Een pipeline is dus niet alleen "build–test–deploy", maar een set regels die je beheert om ervoor te zorgen dat elke wijziging veilig is voordat deze bij gebruikers terechtkomt.

Stappen om een Jenkins-pijplijn te maken

Nu gaan we een Jenkins-pijplijn maken — een gestructureerde reeks geautomatiseerde stappen die onze code van ontwikkeling naar uitrol brengt.

Korte samenvatting uit de video:

1. Inloggen op Jenkins;

2. Een nieuw item aanmaken: klik op New Item, voer de projectnaam in en kies Pipeline als projecttype;

3. De pijplijn configureren:

   • In het Pipeline-gedeelte, kies Pipeline Script (handmatig) of Pipeline Script from SCM om het Jenkinsfile uit je repository te halen.

4. Verbinden met je GitHub-repository:

   • Onder Definition, selecteer Pipeline Script from SCM;

   • Stel SCM in op Git, plak de URL van je repository en geef je GitHub-referenties op (gebruikmakend van de Personal Access Token);

   • Zorg ervoor dat de pijplijn is verbonden met de hoofdbranch.

5. Opslaan en uitvoeren: klik op Save en vervolgens op Build Now om de pijplijn te testen. Je kunt elke stage run in realtime volgen.

Je hebt nu met succes een Jenkins-pipeline opgezet en verbonden met GitHub via een Personal Access Token. Met deze configuratie kan je pipeline automatisch code ophalen, bouwen, tests uitvoeren en updates uitrollen wanneer er wijzigingen worden doorgevoerd — wat resulteert in een volledig geautomatiseerde CI/CD-werkstroom.