Deze benadering pakt een veelvoorkomend probleem in softwareontwikkeling aan: ervoor zorgen dat een applicatie consistent werkt in verschillende omgevingen.

Zonder Docker kan het voorkomen dat code perfect werkt op het eigen systeem, maar faalt op het systeem van een andere ontwikkelaar of in productie, door verschillen in geïnstalleerde bibliotheken, besturingssysteemversies of configuratie-instellingen. Met Docker wordt het klassieke "het werkt op mijn machine"-probleem voorkomen.

Overzicht van containerisatie en hoe Docker applicatie-implementatie stroomlijnt

Containerisatie is het verpakken van een applicatie en alle afhankelijkheden in één enkele, zelfstandige eenheid, een container. In tegenstelling tot traditionele virtualisatie, waarbij voor elke applicatie-instantie een apart besturingssysteem nodig is, delen containers de kernel van het hostsysteem terwijl elke applicatieomgeving geïsoleerd blijft. Deze aanpak biedt verschillende belangrijke voordelen:

• Vermindert het gebruik van resources ten opzichte van virtuele machines;
• Zorgt voor veel snellere opstarttijden;
• Vereenvoudigt het beheer en de schaalbaarheid van applicaties;
• Biedt consistentie door afhankelijkheden en configuraties te isoleren;
• Verbetert de beveiliging door applicaties van elkaar te scheiden.

Docker maakt applicatie-implementatie efficiënter door krachtige tools te bieden voor het bouwen, beheren en distribueren van containers. De applicatieomgeving wordt gedefinieerd met een eenvoudige Dockerfile, waarin alle vereisten en configuraties worden vastgelegd. Dit bestand fungeert als blauwdruk, zodat dezelfde omgeving overal kan worden gereproduceerd.