De taak van de t-toets is om te bepalen of het verschil tussen de gemiddelden van twee steekproeven significant is. Waar moet je rekening mee houden om deze uit te voeren?

Uiteraard moet je het verschil tussen de gemiddelden zelf in overweging nemen.

Zoals te zien is in de onderstaande afbeelding, is de variantie ook van belang.

Daarnaast moet ook de omvang van elke steekproef in overweging worden genomen.

Om rekening te houden met het verschil tussen de gemiddelden, wordt eenvoudigweg dat verschil berekend:

De situatie wordt complexer wanneer het om de variantie gaat. De t-toets gaat ervan uit dat de variantie voor beide steekproeven gelijk is. Dit wordt verder behandeld in het hoofdstuk t-toets aannames. Om de variantie uit twee steekproeven te schatten, wordt de formule voor de gepoolde variantie toegepast.

En om rekening te houden met de omvang, zijn de steekproefgroottes nodig:

Alles samenvoegen tot de t-statistiek.

Steekproefgroottes worden mogelijk niet altijd op de meest intuïtieve manier gebruikt. Deze benadering zorgt er echter voor dat t de t-verdeling volgt, wat in het volgende hoofdstuk verder wordt behandeld.